In de brief van 25 mei 1944 beklaagt Gaston zich over het onvoorspelbare weer. ‘ ’t Is goed voor een plage te rapen'. Soms is het te warm en ‘2 minuten nadien (moeten we) onze ‘perdessus’ (overjas) aandoen’.
Verder gaat het zoals gebruikelijk over het al of niet ontvangen van pakjes en brieven. Hij vertelt ook dat hij een blauw werkvestje gekocht heeft voor 150 gram tabak. Blijkbaar heeft hij in een brief gehoord dat ze thuis een varken hebben geslacht. Dit keer vraagt hij om reuzel in plaats van boter op te sturen. Hij vertelt verder dat hij tot nog toe geen honger heeft geleden.